Domenico Mazza’s „witte berg” voor Courmayeur
Domenico Mazza is opgegroeid in de Aosta-vallei, in het plaatsje Courmayeur aan de voet van de Mont Blanc. Dat hij het TH Hotel Courmayeur mocht ontwerpen, was voor hem dan ook een uitdaging en een stukje erkenning tegelijk. „Omdat ik in dit dorp geboren en getogen ben, was het voor mij een grote eer om in dit berglandschap een hedendaags architectuurproject te mogen uitvoeren – heel emotioneel”, vertelt de architect. Hoteldirecteur Nicola Dettorino weet dat een hotel dat harmonieert met zijn omgeving een grotere kans op succes heeft. „De TH Groep hecht veel waarde aan ligging en authenticiteit.” Dettorino vertelt dat er in het begin enige kritiek was, die echter vrij snel verstomde. Dettorino: „Het werd geaccepteerd.” „Je vindt het mooi of je vindt het niet mooi. Het heeft karakter”, voegt hij nog toe.
Het hotel ligt aan de voet van de Mont Blanc. „Ik wilde een wisselwerking tussen het gebouw en de omringende natuur tot stand brengen. De structuur is echter niet alleen geïnspireerd door de patronen die de sneeuw in de winter op de huizen achterlaat, maar ook door de kleuren, de vormen en de helderheid van het massief dat majestueus boven alles uittorent”, legt architect Mazza uit. Het idee om traditionele architectuur te integreren, verwierp hij meteen. „Ik hou bij projecten van deze omvang niet zo van een interpretatie van het ‘neuroticisme’ in de trant van: ‘Het is niet geloofwaardig. De traditie ontbreekt.’.” Mazza: „Ik wilde de lijnen van de structuur zo zacht mogelijk maken en dacht meteen aan de donzige vorm van sneeuw die zich op de daken verzamelt en zachtjes in gebogen lijnen over de rand naar beneden glijdt en smelt.” Dit was de reden waarom hij in zijn concept voor meerdere lichamen en niet voor één enkele structuur koos. De lijnen moesten zo zacht mogelijk zijn en met het omringende landschap samenvloeien en eraan herinneren. Dat was mogelijk door de integratie van traditionele materialen als hout en cyclopische stenen.
Eigentijdse materialen
Mazza koos met aluminium voor een ‘eigentijds materiaal’ om het materiaal hout te ‘beschermen’. Steen werd op twee manieren gebruikt: als gebouwschil of soms als fundament voor de bouw resp. als cyclopische blok om het gebouw in een natuurlijke context te plaatsen. „Hierdoor kon een onmiskenbaar moderne, maar niet te koele mix worden gecreëerd, waarbij de architectonische kwaliteit op de voorgrond staat”, zegt de architect. Hij waardeert aluminium als materiaal, omdat het „een goede prijs-kwaliteitverhouding heeft en tegelijkertijd vormbaar en vooral bestand tegen kou” is.
Expert voor grote projecten
De uitvoering kwam voor rekening van Mauro Gualandris die samen met zijn broer een bedrijf met 20 medewerkers runt en gespecialiseerd is in grote projecten. „Wij hebben veel ervaring met grote bouwprojecten”, vertelt Mauro Gualandris. „In het begin waren we gewone dakdekkers, maar na verloop van tijd hebben we traditie met innovatie gecombineerd en ons gespecialiseerd”, zo de vakman. Dit maakte zijn bedrijf tot de perfecte partner voor het hotelproject.
De Aosta-vallei is wereldberoemd voor zijn stenen daken. Deze werden nog tot enkele jaren geleden gesubsidieerd. Sinds de steun van de overheid is gestopt, worden daken in Courmayeur heel verschillend gedekt. Gualandris accepteert deze verandering. „We moeten verder denken. Deze projecten stimuleren de werkgelegenheid in de regio en zorgen tegelijkertijd voor een nieuwe uitstraling. Het is een compromis”, benadrukt de vakman.
Een restaurant als werkplaats
Het grote project leverde het bedrijf ongeveer een jaar werk op. Gualandris was soms wel met 20 man op de bouwplaats. Het huidige restaurant diende als werkplaats. Er moest in totaal 6000 m² PREFALZ in de kwaliteit P.10 prefawit worden gemonteerd. „Het was een gigantisch project”, herinnert de dakdekker zich. We moesten het werk van tot wel 150 mensen coördineren. Technisch gezien waren er een aantal pittige uitdagingen: het dak is erg steil en gaat via een ronde rand over in de gevel. De dakgoot werd in het dak geïntegreerd. Maar Gualandris houdt wel van een uitdaging. „Ik stel mezelf graag voor moeilijke opgaves”, benadrukt hij. Grote objecten betekenen grote uitdagingen. „Wij voeren niet alleen uit, maar nemen vaak – zoals bij dit object – actief deel aan de technische discussies. Gualandris: „Het samenspel tussen architect, bouwbedrijf en dakdekker was hier erg belangrijk.”